Ik ben 30 weken zwanger en opgelucht. Opgelucht dat ik eindelijk de 27 weken voorbij ben die mij herinneren aan de vroeggeboorte en het overlijden van mijn zoontje Stein. Ik lig op de onderzoekstafel bij de gynaecoloog in het Radboud voor een controle echo. Ik ben inmiddels de tel kwijtgeraakt, zoveel echo’s hebben wij gehad. Het is eindelijk gelukt om de stress van de afgelopen weken van mij af te schudden, totdat ik het gezicht van de gynaecologe zie verschieten. Ze stamelt iets van ‘ik haal er even een collega bij’ en verdwijnt uit de kamer. Een dikke knoop vormt in mijn maag en ik voel de grond onder mijn voeten weg brokkelen.
De gynaecologe komt terug en zegt dat ze iets afwijkends heeft gezien en of ik kan wachten op een uitgebreide echo. Elke minuut lijkt een eeuwigheid te duren en de spanning wordt met de seconde erger.
Eindelijk ben ik aan de beurt en de echoscopiste neemt alle tijd en is zeer grondig. En dan komt de conclusie alsnog als een donderslag bij heldere hemel: Er is een afwijking te zien in de hersenkamers. Wat het concreet betekent kunnen ze nog niet zeggen. Vol verdriet en ongeloof verlaat ik het ziekenhuis om het nieuws te verwerken.
Stan is inmiddels 4 jaar oud en heeft een hersenafwijking en een ontwikkelingsachterstand op zowel fysiek als mentaal gebied. Hij is een schat van een jongen en ik geniet elke dag van hem.
Aangepast: Zaterdag 30 Maart 2024 om 10:45
Door: Ouder van een Bijzonder kind
Geschreven door Anouk, moeder van Stan