Niet-aangeboren hersenletsel

(afkorting: NAH)

Niet-aangeboren hersenletsel kan op veel verschillende manieren ontstaan. Eigenlijk is er maar één kenmerk dat voor iedereen hetzelfde is: het leven na het hersenletsel is compleet anders dan het leven daarvoor. De gevolgen van het hersenletsel verschillen per persoon en komen niet altijd direct tot uiting. Vaak ervaren mensen pas na hun revalidatie de verandering en soms ontstaan klachten nog jaren later. Voor een volwassene met hersenletsel is het al ontzettend moeilijk te accepteren. Voor jongeren die nog een heel leven voor zich hebben, is het vaak nog ingewikkelder.

Kan ik ooit zelfstandig wonen, een goeie baan vinden of een seksuele relatie krijgen? Met dit soort vragen zitten veel jongeren en jongvolwassenen die hersenletsel hebben. Regionale NAH Expertisecentra bieden speciale programma’s voor jongvolwassenen, waarin dit soort thema’s centraal staan. Bijvoorbeeld het programma Hersenz Jong, dat onder andere wordt aangeboden in Arnhem en Nijmegen. Voor kinderen heeft Breinsupport een gericht aanbod.

Met de behandeling werk je aan je fysieke, mentale en emotionele vaardigheden, zoals het leren omgaan met je energiebalans of met geheugenproblemen. Met een woontraining werk je aan je zelfredzaamheid in je woning. Ook kan je begeleiding krijgen bij het zoeken naar een passende plek om te leren, werken of waar je vrijwilligerswerk kunt doen. En wanneer er sprake is van afasie, richt de begeleiding zich op zo goed mogelijk communiceren. Het doel is altijd dat je meer grip krijgt op je leven, zodat je weer mee kunt doen in de maatschappij. Heb je meer ondersteuning nodig? Dan is ondersteuning op het gebied van wonen of logeren mogelijk.

 

Aangepast: Maandag 29 April 2024 om 10:22

Door: Bijzonder in Arnhem

Zo kom je er!

De huisarts of wijkcoach kan je helpen om te bepalen welke zorg jouw kind nodig heeft en deze samen met je regelen. De huisarts en wijkteams van het sociaal domein en specialisten binnen het ziekenhuis verwijzen je door naar de zorgorganisatie. De zorgorganisatie kan je ook helpen bij de indicatie-aanvraag.

Wie betaalt?

Voor deze zorg is een indicatie nodig. Dat is geen revalidatie-indicatie, want revalidatie komt altijd eerst. Als het revalidatietraject voorbij is, kan de indicatie worden aangevraagd voor de begeleiding daarna. Die kan je krijgen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of via een beschikking van de gemeente. Om zorg vanuit de Wlz te krijgen, is een indicatiebesluit nodig van het CIZ. Als er geen Wlz-indicatie is, kan de gemeente een beschikking vanuit de Jeugdwet geven.